123456789012345678901212345678901234567890121234567890123456789012123456

1234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567812345678901234567890123456789012345678901234567890123456789012345678901234567890123456781234

Apologie

Afgeleid van het Griekse απολογία, apologia, letterlijk: ‘verdediging, verontschuldiging’. Verdediging van een standpunt door middel van redenatie.

Een apologie van deze website vind je hier.

Er is historische bewijs dat als Juda als volk Jezus als Messias had aangenomen, Rome haar zonder enig bloedvergieten onafhankelijk had verklaard. Rond het jaar 200 n.Chr. schreef de Romeins christelijke advocaat Tertullianus een brief genaamd “Apology” aan de heersers van het Romeinse Rijk, waarin hij aan hen Jezus presenteerde. Een “Apology” (verontschuldiging) was trouwens geen brief waarbij vergeving werd gevraagd voor een fout. Een “Apology” is een brief waarin voor een bepaald persoon of positie wordt gepleit. In dit geval hield Tertullianus een pleidooi waarin hij zei dat de Romeinse keizer in Jezus Christus geloofde. In hoofdstuk 21 schreef hij,

“Al de dingen deed Pilatus aan Christus; die hierdoor zelf een overtuigd christen werd, hij zond een bericht over Hem tot de heersende keizer, in zijn tijd was dit Tiberius. En de keizers hadden ook in Christus geloofd als de keizers niet van belang waren voor de wereld of als de christenen keizers konden worden.”

Met andere woorden, Tertullianus zegt ons dat Pilatus al een christen was toen hij keizer Tiberius informeerde over de kruisiging en opstanding van Jezus. In hoofdstuk 5 van zijn “Apology” gaat Tertullianus verder,

“Vervolgens ontving Tiberius, in wiens tijd de christelijke naam ontstond, de informatie over de gebeurtenissen, die heel duidelijk de goddelijkheid van Christus naar voren brachten, uit Palestina. Hij legde de zaak aan de Senaat voor, waarin hij zijn voorkeur voor Christus naar voren bracht. Omdat de Senaat om een dergelijk voorstel niet had gevraagd, verwierp zij het voorstel, waarbij zij met wraak dreigde jegens alle beschuldigers van christenen.”

Hier zien wij dat toen keizer Tiberius de brief van Pilatus over Jezus las, hij overtuigd werd dat Jezus een god moest zijn. Het was in die tijd binnen het Romeinse Rijk gebruikelijk om verschillende goden en haar religies te erkennen. Daarom stelde Tiberius aan de Senaat voor om Jezus als een van de goden van het Rijk te erkennen. De Romeinse wet stelde echter dat alleen de Senaat het recht had om een voorstel in te dienen om een nieuwe god in overweging te nemen. Omdat in dit geval Tiberius zelf het voorstel indiende, verwierp de Senaat dit voorstel.