Printable version  Printable version
666
Alsem en Uitwerp...
Blij met Gods oor...
Brood en wijn
Crowned With Oil
De drie dopen
Door de woestijn ...
Evening and Morning
Feed My Sheep
Gedenk de Sabbatd...
Gedoopt in Christus
Gemeenschap
Gods stem horen
Het erdeel van Jabez
Het Woord Gods
Job ed weg tot zoo...
Latent power of th...
Licht uit schaduwen
Mozes ed weg tot ...
Uw naam worde ge...
Van oost naar west
Vrijmaking vd geest
Wetten van geeste...
Witness Lee
    Cruciale punten - w1
    Cruciale punten - w2
    Cruciale punten - w3
    Cruciale punten - w4
    Cruciale punten - w5
    Cruciale punten - w6
    Cruciale punten - w7
    Studie v. Exodus - w1
    Studie v. Exodus - w2
    Studie v. Exodus - w3
    Studie v. Exodus - w4
    Studie v. Exodus - w5
    Studie v. Exodus - w6
    Studie v. Exodus - w7
    Studie v. Exodus - w8
    Studie v. Exodus - w9
    VenE - week 1
    VenE - week 2
    VenE - week 3
    VenE - week 4
    VenE - week 5
    VenE - week 6

vervolg van...

Studie van Exodus

WEEK 9 DAG 1

Joh. 6:31-33 Onze vaderen hebben het manna gegeten in de woestijn, zoals geschreven staat: ‘Brood uit de hemel gaf Hij hun te eten’. Jezus dan zei tot hen: Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u: niet Mozes heeft u het brood uit de hemel gegeven, maar mijn Vader geeft u het ware brood uit de hemel. Want het brood van God is Hij die uit de hemel neerdaalt en aan de wereld leven geeft.

Hoofdstuk 6 van het evangelie naar Joh. is uniek in het geven van vele details betreffende de Heer Jezus als het brood van het leven. De Heer zei duidelijk: “Ik ben het brood des levens” (Joh 6:35, 48). Als het brood van het leven is Hij het brood dat uit de hemel neerdaalde (Joh 6:41, 50, 51, 58), is Hij het brood van God (Joh 6:33), het levende brood (Joh 6:51) het ware brood (Joh 6:32). We hebben hier vijf kenmerken van de Heer als ons brood: het hemelse brood, het brood van God, het brood van het leven, het levende brood en het ware brood. Als het brood dat uit de hemel neerdaalde, is Hij het hemelse brood. Als het brood van God is Hij van God, werd Hij gezonden door God en was Hij met God. Als het brood van het leven is Hij het brood met eeuwig leven, met zoë. Als het levende brood is Hij levend. Het brood van het leven verwijst naar de natuur van het brood dat leven is; het levende brood verwijst naar de conditie van het brood dat levend is. Als het ware brood is Christus het brood van de waarheid of werkelijkheid. Christus is waarlijk, werkelijk. Hij is het ware voedsel en al het andere voedsel is slechts een schaduw van Hem als het ware voedsel. Het fysieke voedsel dat we iedere dag innemen is een schaduw van Christus. De werkelijkheid van het voedsel dat we dagelijks eten, is Jezus Christus. Christus is het ware brood van het leven door God gezonden om ons eeuwig leven te brengen. We hebben allen Christus nodig om het brood van het leven voor ons te zijn.

Hoewel je vele boodschappen over leven kan horen, zou je misschien nog steeds niet diep onder de indruk kunnen zijn dat je Christus nodig hebt als je dagelijkse levensvoorziening. Om deze reden bestuderen we gezamenlijk de Bijbel op de manier van leven en geven we boodschappen die “Life-Study” boodschappen genoemd worden. De last in deze boodschappen is uiteen te zetten dat de Bijbel niet alleen voor onderwijs is, de Bijbel is voor leven en levensvoorziening. We moeten niet tot de Bijbel komen om alleen onderwijs te zoeken over geboden en regels. Omdat de Bijbel voor leven en levensvoorziening is, moeten we tot de Bijbel komen voor voedsel. Het voedsel dat we door het Woord genieten, is de Heer Jezus Zelf als het brood van leven.

Het belangrijkste punt in Joh. 6 is dat, hoewel we misschien niet ziek, blind, lam of weggekwijnd zijn, we wel honger hebben. Iedereen rondom de vijver was ziek (Joh 5:2-3), degenen rondom de zee hadden echter honger (Joh 6:1, 5-6). Het probleem van degenen die in Galiléa waren, was niet onvermogen, hun probleem was het tekort aan voedsel, ze hadden niets om hun honger te stillen.

Menselijk gesproken zijn de meeste mensen niet ziek, maar iedereen heeft wel voedsel nodig. Het aantal mensen dat naar de supermarkt gaat om voedsel te kopen, is veel groter dan het aantal mensen in ziekenhuizen. Zelfs al zijn de meeste mensen niet ziek, iedereen heeft behoefte aan voedsel. Geestelijk gesproken heeft iedereen honger. Allen rondom de wereldse, satanische zee, voorgesteld door de zee van Galiléa, hebben honger. De reden waarom iedereen honger heeft is dat allen een tekort aan Christus hebben. Als we Christus niet hebben, zullen we honger lijden. Dit is het belangrijkste teken dat we moeten zien in hoofdstuk 6 van het evangelie naar Joh..

We beseffen niet hoe blind we geweest zijn omtrent onze behoefte. Door de generaties en de eeuwen heen zijn mensen blind geweest. Vanwege hun blindheid wenden zij zich tot religie met zijn verordeningen, regels en rituelen. Mensen hebben gewoon geen idee van wat ze werkelijk nodig hebben, ze weten niet dat ze tekort komen aan Christus als hun voedsel. We hebben geen religie nodig, geen regels en rituelen, we hebben Christus als ons geestelijk voedsel nodig. (The Fulfillment of the Tabernacle and the Offerings in the Writings of John, pp.174, 168-169)

WEEK 9DAG 2

Joh. 6:57-58 Zoals de levende Vader Mij heeft gezonden en Ik leef door de Vader, zo zal ook degene die Mij eet, leven door Mij. Dit is het brood dat uit de hemel is neergedaald…; wie dit brood eet, zal leven tot in eeuwigheid.

Joh. 6:63 De Geest is het die levend maakt; het vlees heeft geen enkel nut. De woorden die Ik tot u heb gesproken, zijn geest en zijn leven.

Eten is voedsel tot ons nemen zodat het op een organische manier in ons lichaam opgenomen kan worden. De Heer Jezus eten betekent dus Hem binnenin ons ontvangen zodat Hij door de wedergeboren nieuwe mens op de manier van leven, opgenomen kan worden. We leven dan door Hem die we hebben ontvangen. Het is hierdoor dat Hij, de Opgestane, in ons leeft (Joh. 14:19-20). (Joh. 6:57, voetnoot 1 RcV)

Volgens de gehele openbaring in de Heilige Schrift, zijn Gods woorden goed voor ons om te eten en we moeten ze eten. Gods woord is de goddelijke voorziening als voedsel om ons te voeden. Door het Woord als ons voedsel, deelt God Zijn rijkdommen in ons innerlijk wezen uit om ons te voeden zodat we samengesteld kunnen worden met Zijn element. Dit is een belangrijk aspect van Gods economie. Wanneer we Gods woorden eten wordt Zijn Woord de vreugde en blijdschap van ons hart. (Jer. 15:16, voetnoot 1 RcV).

Het Griekse woord voor woorden in Joh. 6:63 en Joh. 6:68, is rhema dat duidt op het actuele en huidig gesproken woord. De Geest is levend en werkelijk, toch is Hij erg mysterieus, ontastbaar en moeilijk voor mensen te begrijpen; deze woorden zijn echter wezenlijk. Eerst gaf de Heer aan dat Hij de Geest zou worden om leven te geven. Vervolgens zei Hij dat de woorden die Hij spreekt geest en leven zijn. Dit laat zien dat Zijn gesproken woorden de belichaming zijn van de Geest van het leven. Hij is nu de levengevende Geest in opstanding en de Geest is belichaamd in Zijn woorden. Wanneer we Zijn woorden ontvangen door de beoefening van onze geest, ontvangen we de Geest, die leven is. (Joh. 6:63, voetnoot 3 RcV).

In Joh. 6:57 houdt het woord vanwege (RcV), het feit in dat er een factor is. Het woord door (KJV, Voorhoeve) duidt echter op een instrument, niet een factor. Door Christus wandelen houdt in dat Christus het instrument is voor het wandelen, zoals een wandelstok gebruikt wordt bij het wandelen. Wandelen vanwege Hem duidt erop dat Hij de factor is van onze wandel. Deze uitleg is ook de betekenis in het Grieks. Joh. 14:19 openbaart dat we Christus leven in Zijn opstanding. Na Zijn opstanding leeft Hij en leven wij ook. We leven niet alleen door Hem, maar vanwege Hem.

We leven niet door Christus, terwijl we Hem als ons instrument nemen; we leven eerder vanwege Christus, we nemen Christus als de factor van onze wandel. Het voedsel dat we eten is niet een instrument, maar een factor die ons voorziet. We leven niet door het voedsel, maar vanwege het voedsel. Voedsel voorziet ons zodat we kunnen leven vanwege de voorziening daarvan. Wanneer we een wandelstok gebruiken als een instrument bij het wandelen, is het niet nodig dat we de wandelstok eten; om echter vanwege het voedsel te leven, moeten we het voedsel eten. Zonder te eten kan voedsel niet een factor van onze wandel worden. We leven Christus in Zijn opstanding en we leven Christus door Hem te eten. Eten brengt een factor in ons wezen binnen. Wanneer we ‘s morgens een goed ontbijt eten, voorzien de voedingstoffen daarin ons van energie. Het energie gevende element van Christus is een voorziening, een factor voor ons om Christus te leven.

Gal. 2:20 zegt: ”ik leef niet meer, maar Christus leeft in mij.” Christus is door ons gegeten en nu is Hij binnenin ons, leeft Hij in ons. Terwijl Hij in ons woont, wordt Hij door ons verteerd. De manier waarop Christus in ons leeft, is doordat Hij door ons verteerd wordt. Hij is nu de voorziening geworden, de factor zelf waarmee we leven. We leven met Christus als de voorzienende factor. De uitdrukking “ik leef niet meer” betekent dat we beëindigd zijn. Toch wijst de uitdrukking “en wat ik nu leef” erop dat we doorgaan met leven. Om deze ervaring te beschrijven zouden we kunnen zeggen: ”Christus leeft voor mij”. Het is echter beter te zeggen dat Christus binnenin ons leeft om de factor voor ons te zijn om met Hem te leven. Volgens Gal. 2:20 lijkt het erop dat er twee zijn die leven, er zijn twee onderwerpen, “Christus” en “ik”, deze twee onderwerpen werken samen aan één gezegde: leven. “Ik leef” en “Christus leeft”. (The Experience and Growth in Life, pp. 16-17).

WEEK 9DAG 3

Exo. 16:3-4 …en de Israëlieten zeiden tot hen: Och, dat wij door de hand des Heren in het land Egypte gestorven waren, toen wij bij de vleespotten zaten en volop brood aten;…Toen zeide de Here tot Mozes: Zie, Ik zal voor u brood uit de hemel laten regenen; dan zal het volk uitgaan en verzamelen zoveel als voor elke dag nodig is, opdat Ik het op de proef stelle, of het al dan niet wandelt naar mijn wet.

De diepe waarheid in Exodus 16 is dat God ons dieet wil veranderen. Het belangrijkste punt is hier niet of we de wereld wel of niet liefhebben, het gaat erom of ons dieet wel of niet veranderd is. Er is een ontzettend groot verschil tussen leren de wereld niet lief te hebben en een verandering in ons dieet hebben.

Als we de Heer zoeken voor een nieuw begin en voor de voorziening van manna, moeten we ons tot onze geest wenden. Het is echter makkelijk voor ons ons verstand te beoefenen in plaats van de geest. Omdat dit onze neiging is, is het een goede gewoonte om de Heer aan te raken in het Woord voordat we met de dagelijkse gang van zaken in beslag genomen worden. Wanneer we eenmaal in zoveel dingen betrokken zijn geworden, is het veel moeilijker onze geest te beoefenen om in contact met de Heer te komen. Het eerste wat we iedere morgen zouden moeten doen, is de Heer aanraken in het Woord en van Hem eten.

Net zoals manna bijna twee miljoen mensen in de woestijn veertig jaar onderhield, zo ondersteunt Christus als het ware manna de Gemeente vandaag. Dit manna heeft niet zijn oorsprong op aarde; het daalt neer vanuit de hemel waar God is. Manna is dus niet alleen hemels voedsel, maar ook goddelijk voedsel. Aan de ene kant is de Heer Jezus “het brood vanuit de hemel”, aan de andere kant is Hij “het brood van God”, Degene die uit de hemel neerdaalde om ons voedsel te zijn (Joh. 6:32-33). (Life-study of Exodus, pp. 434, 428).

Het eten van manna duidt erop dat Gods volk het punt had bereikt dat ze een hemels volk begonnen te worden, wiens natuur was begonnen getransformeerd te worden met het hemelse element.

Mensen leven altijd volgens wat ze eten, diëtisten geven aan dat we zijn wat we eten. Wanneer we bijvoorbeeld veel vis eten, zullen we een samenstelling van vis worden. De kinderen van Israël aten dagelijks gedurende een periode van veertig jaar manna met als resultaat dat ze samengesteld werden met manna. We kunnen zelfs zeggen dat ze manna werden. Hoewel we de essentie van manna niet kennen, weten we dat het een soort voedsel was dat mensen hemels maakte. Door het eten van zulk hemels voedsel worden we hemelse mensen.

Doordat God Zijn volk manna te eten gaf, gaf Hij aan dat het Zijn doel was de natuur van Zijn volk te veranderen. Hij wilde hun wezen, hun samenstelling veranderen. Ze hadden al een verandering van plaats ondergaan. Voorheen waren ze in Egypte, nu waren ze met de Heer in de woestijn, een plaats van afzondering. Het is echter niet voldoende om alleen maar een verandering van plaats te hebben, want dit is te uiterlijk en te objectief. Er moet ook een innerlijke, subjectieve verandering zijn, een verandering van leven en natuur. Gods manier om zo’n verandering in Zijn volk teweeg te brengen is door hun dieet te veranderen. Door het eten van Egyptisch voedsel werd het volk van God samengesteld met het element van Egypte, het element van de wereld was hun samenstelling geworden. Toen zij in Egypte waren, hadden ze geen deel aan iets hemels omdat alles wat ze aten, volgens het Egyptische dieet was en Egyptisch in natuur was. Hoewel Gods volk uit Egypte gebracht was in de woestijn van afzondering, waren ze nog steeds samengesteld met het element van Egypte. Het was nu Gods voornemen hun element te veranderen door hun dieet te veranderen. Hij wilde niet dat ze iets zouden eten dat uit een wereldse bron kwam, ze mochten niet langer Egyptisch voedsel eten. God wilde hen voeden met voedsel vanuit de hemel zodat ze samengesteld konden worden met het hemelse element. Zijn verlangen was hen te vullen, tevreden te stellen, hen te verzadigen met hemels voedsel om hen zodoende tot hemelse mensen te maken. (Life-study of Exodus, pp. 386-388).

WEEK 9DAG 4

Exo. 16:35 De Israëlieten nu hebben veertig jaar het manna gegeten, totdat zij kwamen in bewoond land; het manna hebben zij gegeten, totdat zij kwamen aan de grens van het land Kanaän.

Num. 11:5-6 Wij denken terug aan de vis, die wij in Egypte aten om niet, aan de komkommers en de meloenen, het look, de uien en het knoflook. 6 Maar nu drogen wij uit, er is in het geheel niets, wij krijgen alleen dit man te zien.

In een periode van veertig jaar, gaf God de kinderen van Israël niets anders te eten dan manna. Vanuit Joh. 6 weten we dat dit hemelse manna een beeld van Christus is, Christus kwam van God om ons dieet te zijn. We moeten Hem eten, drinken en ademen. Als Gods volk vandaag moeten we opnieuw samengesteld worden met Christus als ons element. Op deze manier zullen we Christus worden wat onze samenstelling betreft. (Life-study of Exodus, p. 407).

Manna brengt een metabolische verandering voort waarin het Egyptische element wordt vervangen door het hemelse element. In naam waren de kinderen van Israël geen Egyptenaren, maar in natuur en samenstelling verschilden zij niet in het minst van de Egyptenaren. Door het volk manna te geven scheen God te zeggen: “Ik heb je positioneel uit Egypte gered, maar in karakter ben je nog niet veranderd. Nu zal ik je samenstelling veranderen door je dieet te veranderen van een Egyptisch dieet naar een hemels dieet. Op deze manier zal ik je natuur en je wezen veranderen en zal ik je samenstellen tot een bijzonder volk. Omdat ik wil dat je hemels bent, zal ik je niet voeden met iets dat van de aarde afkomstig is. Dag na dag zal ik hemels voedsel zenden, voedsel vanuit mijn woonplaats in de hemel. Dit voedsel zal je samenstelling veranderen.” Dat we allen mogen zien dat Gods doel in Zijn verlossing is Zichzelf in ons te werken en onze samenstelling te veranderen door ons te voeden met hemels voedsel.

Het hemelse dieet vervult Gods doel. Degenen die de tabernakel bouwden, waren geen Egyptenaren; het waren degenen met een hemelse samenstelling. Het was op z’n minst vier maanden nadat de kinderen van Israël Egypte hadden verlaten dat ze begonnen met het bouwen van de tabernakel. Gedurende deze maanden was hun dieet veranderd en hun samenstelling was op z’n minst in het proces van verandering en vervangen worden met het element van manna. Door manna als voedsel te nemen, werd Gods volk uiteindelijk manna. Als degenen die met manna waren samengesteld, konden ze de tabernakel als Gods woonplaats bouwen. Dit beeld laat zien dat alleen degenen die opnieuw zijn samengesteld met Christus, zijn gekwalificeerd om de Gemeente als Gods woonplaats vandaag, op te bouwen.

Gods manier om af te rekenen met het vlees van Zijn volk, is hun dieet veranderen; dit is de ware afrekening met het vlees. Als je naar de zaak van het vlees op een oppervlakkige manier kijkt, zeggen sommige christelijke leraren dat er met het vlees is afgerekend door het kruis. Of het vlees echter heel blijft of in stukken gesneden, het is nog steeds het vlees.

Als gevallen wezens zijn we, in de totaliteit van onze gevallen natuur, niets dan vlees. Zelfs als dit vlees in stukken is gesneden, is het nog steeds vlees. Gods manier om af te rekenen met het vlees, is het opzij te zetten en het niet te voeden. Om deze reden verandert Hij het dieet van Zijn volk en zendt hen voedsel waar het vlees niet van houdt. Door hun dieet te veranderen en hen te voeden met manna uit de hemel, maakt Hij dat ze een nieuwe samenstelling krijgen. De verandering van dieet resulteert in een nieuwe samenstelling en transformatie van Gods uitverkoren volk.

Het Egyptische dieet wijst op al de dingen die we verlangen te eten om voldoening te vinden. Zo’n dieet zou televisie, sport, muziek, tijdschriften, kranten of andere vormen van werelds vermaak kunnen zijn. Amerika is het leidende land wat betreft het Egyptische dieet, in dit land is er een moderne Nijl rivier die alle manieren van wereldse voeding met zich meedraagt.

Sommigen kunnen denken dat in het spreken over het Egyptische dieet, ik bezig ben af te rekenen met de zaak van het liefhebben van de wereld. Dit is een zeer oppervlakkige manier van kijken naar het punt betreffende de verandering van dieet. Het gaat er hier om dat alles waar we naar verlangen, honger en dorst naar hebben, het dieet is waar ons wezen mee samengesteld is. (Life-study of Exodus, pp. 389-390, 408-409, 397-398, 405-406).

WEEK 9DAG 5

Exo. 16:14-15 Toen de dauwlaag opgetrokken was, zie, daar lag over de woestijn iets fijns, iets schilferachtigs, fijn als rijm op de aarde. Toen de Israëlieten het zagen, zeiden zij…: Wat is dit?...Maar Mozes zeide tot hen: Dit is het brood dat de Here u tot spijze gegeven heeft.

Exo. 16:31 Het huis Israëls noemde het: manna; en het was wit als korianderzaad en de smaak ervan was als die van een honigkoek.

Als we aan Christus als het ware manna deelhebben, zullen we het moeilijk vinden ons geduld te verliezen. Dit hemelse voedsel zorgt ervoor dat onze lusten beperkt worden, het rekent ook af met onze egoïstische ambities. Aan de ene kant voedt en geneest het hemelse manna ons, aan de andere kant beëindigt het alle negatieve dingen in ons. Omdat eten zo’n belangrijke zaak is, is het reguleren van het dieet van de mens een ander basisconcept in de Bijbel.

Hoe heerlijk was het dat God zijn volk niets anders dan manna gaf! Dit wijst erop dat Hij hen niets anders gaf dan Christus. Ik dank de Heer dat de honger van velen in de Gemeente naar Christus en Christus alleen is. We dorsten naar Hem en verlangen ernaar in contact met Hem te komen, het Woord te lezen, Zijn naam aan te roepen en de gedrukte boodschappen te lezen. (Life-Study of Exodus, pp. 415, 406).

Volgens Gods economie moeten we van Christus en Christus alleen leven. Christus moet ons unieke dieet zijn en wij moeten door Hem leven. We moeten niet proberen om van ander voedsel te leven. Alles wat ons tevredenstelt, versterkt en ondersteunt is ons voedsel, het unieke voedsel dat we nemen voor ons onderhoud, onze kracht en tevredenheid, moet Christus zijn.

Net zoals we manna niet kunnen analyseren of uitleggen, kunnen we ook de Heer Jezus Christus niet analyseren of uitleggen. Christus werd door de Vader vanuit de hemel gezonden om het ware manna te zijn. Als het brood dat uit de hemel kwam is Hij het voedsel waardoor Gods volk leeft. In Joh. 6:51 zei de Heer Jezus: “Ik ben het levende brood dat uit de hemel is neergedaald; als iemand van dit brood eet, zal hij leven tot in eeuwigheid”. Wie kan de essentie van Christus als ons hemelse voedsel analyseren? Het is onmogelijk Zijn wezen wetenschappelijk te analyseren. Hoewel we echter de essentie van Christus niet kunnen analyseren, of volledig kunnen uitleggen, is Hij niettemin zeer werkelijk voor ons. Hij is onzichtbaar en ontastbaar, maar Hij is werkelijk en Hij onderhoudt Gods volk. (Life-Study of Exodus, pp. 418, 427-428)

Het woord manna betekent in het Hebreeuws “wat is het” of “wat is dit?” In de morgen toen de kinderen van Israël voor het eerst dit kleine, ronde, witte ding op de grond zagen liggen, wisten zij niet wat het was. Zij vroegen dus aan elkaar “wat is dit?” Voor de mensen van de wereld is Christus manna; dat wil zeggen: Hij is ”wat is dit?” Manna, de hemelse Christus, als ons hemelse voedsel is een mysterie. (CWWL, 1969, vol. 2, p. 409)

De kenmerken van manna beelden de kenmerkende eigenschappen van Christus uit als het hemelse voedsel van Gods volk. Manna was ‘fijn’, (Exo. 16:14); dit duidt erop dat Christus ook evenwichtig is en dat Hij klein genoeg werd voor ons om te eten; ‘rond’ (Exo. 16:14) geeft aan dat Christus als ons voedsel eeuwig, volmaakt en volledig is, zonder gebrek of onvolkomenheid; ‘wit’ (Exo. 16:31) wijst erop dat Christus rein en puur is, zonder vermenging; ‘zoals rijm’ (Exo. 16:14) duidt erop dat Christus als ons hemelse voedsel ons niet alleen verkoelt en verfrist maar ook alle negatieve dingen binnenin ons doodt; ‘zoals korianderzaad’ (Exo. 16:31) duidt erop dat Christus vol leven is dat in ons groeit en zich vermenigvuldigt; ‘solide’ (betrokken in het feit dat het volk “het maalde in handmolens of stampte in vijzels en kookte in potten – Num. 11:8), dit duidt erop dat we, nadat we Christus als manna verzameld hebben, Hem moeten bereiden voor ons eten door Hem in de situaties en omstandigheden van ons dagelijks leven te “malen, stampen en koken”; ‘als balsemhars’ (Num. 11:7) geeft de helderheid en transparantie van Christus aan; ‘in de smaak ervan zoals de smaak van oliegebak’ (Num. 11:8), dit duidt op de aroma van de Heilige Geest in de smaak van Christus; ‘in de smaak ervan van honigkoek’ (Exo. 16:31) duidt op de zoetheid van de smaak van Christus; ‘en geschikt om koeken van te maken’ (Num. 11:8) betekent dat Christus zoals fijne koeken is, rijk aan voedingsstoffen. (Exo. 16:31, voetnoot 1 RcV).

WEEK 9DAG 6

Exo. 16:32-33 Mozes zeide: Dit is wat de Here geboden heeft: vul er een gomer mee, om het voor de toekomende geslachten te bewaren, opdat zij het brood zien, dat Ik u in de woestijn te eten heb gegeven, toen Ik u uit het land Egypte leidde. Daarom zeide Mozes tot Aäron: Neem een kruik, doe daarin een volle gomer manna en leg dit voor het aangezicht des Heren, om het voor de toekomende geslachten te bewaren.

Het zichtbare manna dat iedere morgen op de grond lag was op een openlijke manier voor het genot van Gods volk. Het gomer manna dat in een kruik geplaatst werd (Exo.16:33), was echter verborgen en was niet zichtbaar voor het volk. De hoeveelheid manna die voor Jehova in een kruik bewaard werd, was één gomer, dezelfde hoeveelheid die door het volk verzameld en gegeten was (vs.16-18). In onze geestelijke ervaring betekent dit dat de hoeveelheid Christus die we eten de hoeveelheid is die we kunnen bewaren. De Christus die we als het zichtbare manna eten wordt op een spontane manier het verborgen manna doordat het verteerd en opgenomen wordt in ons innerlijke wezen. Bovendien zal alles wat we van Christus eten een gedachtenis in toekomstige geslachten zijn. (Exodus 16:32, voetnoot 1 RcV)

Je kunt een overwinnaar worden door Christus als het manna te genieten. Eet het zichtbare manna, dan zal Christus het verborgen manna worden. Dit verborgen manna zal je samenstellen tot een overwinnaar. Het zal ook de vereisten van de innerlijke wet van het leven vervullen, en je in vrede brengen. Als resultaat zal je, volgens Openbaring 2:17, een overwinnaar zijn.

Dit beeld van het bewaren van het manna in de gouden kruik is gerelateerd aan onze ervaring van Christus. Het manna dat door ons genoten wordt, moet bewaard blijven als een gedachtenis in de goddelijke natuur binnenin ons. Wanneer we Christus als manna eten zal het manna dat we eten bewaard worden in de goddelijke natuur binnenin ons. Het verborgen manna is een gedachtenis aan Christus als de voorziening voor Gods volk voor de opbouw van Gods woonplaats. Zo’n gedachtenis zal een herinnering voor eeuwig zijn. Alle andere zaken kunnen veranderen, maar onze ervaring van Christus zal voor eeuwig blijven Wat we vandaag van Christus genieten, zal een gedachtenis worden voor de toekomst. Alles wat we van Hem eten zal bewaard worden in de goddelijke natuur als een eeuwige gedachtenis.

Wat we ons zullen herinneren over Christus zal in eeuwigheid twee aspecten hebben: het aspect van het genot van Christus als het element dat ons opnieuw samenstelt en het aspect van Christus als de voorziening om ons Gods woonplaats in het universum te maken. Deze twee aspecten zijn duidelijk gerelateerd aan onze ervaring in het wederopbouwwerk van de Heer vandaag. Door Christus als onze levensvoorziening te nemen, genieten we van samenkomst tot samenkomst Christus als ons samengestelde deel en bouwen we de woonplaats van God op. Deze aspecten van onze ervaring van Christus zal een gedachtenis voor eeuwig worden. Wanneer we in de eeuwigheid zijn, zullen we ons herinneren hoe we Christus genoten en hoe we Hem als onze voorziening namen om Gods woonplaats te worden. Dit is manna dat als een gedachtenis voor God bewaard wordt.

Ogenschijnlijk was de ark het brandpunt van de tabernakel, maar in werkelijkheid was het manna dat in de kruik in de ark bewaard werd, het centrale punt. Het manna in de kruik was onder vijf lagen bedekkingen verborgen. Daarom was het werkelijke brandpunt het manna in de gouden kruik.

Net zoals het manna in de gouden kruik het brandpunt was van Gods woonplaats, moet Christus als het manna dat door ons gegeten is, het brandpunt van ons wezen zijn. De tabernakel was Gods woonplaats in het Oude Testament en wij zijn Gods woonplaats van vandaag. Vanuit het standpunt van ervaring, kunnen we onszelf als identiek aan de tabernakel beschouwen omdat de tabernakel Gods bouwwerk was, en wij ook Zijn bouwwerk zijn. De Gemeente is Gods bouwwerk vandaag, we zijn collectief identiek aan de tabernakel omdat we deel van de Gemeente zijn. Als deel van de Gemeente moet het brandpunt van ons wezen het manna zijn. Wanneer we dit manna op een meer volledige manier willen beschrijven, kunnen we zeggen dat dit manna de Christus is die we gegeten, verteerd en opgenomen hebben. Het brandpunt van Gods bouwwerk vandaag is dus de Christus die door Zijn volk gegeten, verteerd, en opgenomen is. (Life-study of Exodus, pp. 459-460, 465-466, 452, 447-448).